“We worden geminacht, belasterd, beschuldigd van autoritarisme en politiek onfatsoen. Wat we willen is onze naties voor ons houden. We willen onze grenzen kunnen controleren, onze rechtssystemen bewaren, onze begrotingen zelf beheren. Dat zijn geen extravagante dingen. Toch schijnt dat angst in te boezemen. Maar uiteindelijk zullen fatsoen, democratie en gezond verstand zegevieren op de waanzin en de modegektes.” Met die woorden opende Yoram Hazony de jongste National Conservative Conferentie in Brussel.
Die conferenties zijn zijn geesteskind. Hazony is een Israelisch politiek filosoof. Hij ijkte het concept Nationaal Conservatisme in zijn boeken The Virtue of Nationalism en Conservatism: A Rediscovery. Via de Edmund Burke Foundation, waarvan hij voorzitter is, organiseerde hij totnogtoe zes NatCon-conferenties, afwisselend in Europa en de VS. Aan drie ervan nam ik deel. Hazony zelf had ik al leren kennen in Israel, begin deze eeuw toen ik daar diende als ambassadeur.
Zoals nu wel wereldwijd bekend, moest de conferentie in Brussel opkrassen nadat de Brusselse burgemeester, dan deze van Etterbeek, en dan Emir Kir van Sint-Joost-ten-Node een vergaderverbod oplegden, onder druk van Antifa, socialisten en Ecolo’s. Voor de deelnemers was het een vernedering, maar het bracht wel hun programma onder de aandacht, zij het vaak hatelijke aandacht. Dankzij het pleidooi van de advocaten van ADF, de Alliance for the Defense (of Religion), oordeelde de Raad van State in de late avond voor de tweede dag dat de conferentie mocht doorgaan. ADF, de Alliance Defending Freedom, had geargumenteerd met artikel 26 van de Grondwet: het recht om vreedzaam te vergaderen. Premier De Croo had intussen het verbod ook ongrondwettelijk verklaard, zij het nadat de Britse premier en andere staatsleiders al hun ongenoegen hadden geuit over hoe in Brussel met de vrijheid van mening omgesprongen werd.
Wat willen de nationale conservatieven?
We schetsen eerst het historisch kader en gaan dan in op het politiek programma.
Sinds driekwart eeuw domineert het liberalisme het denken in het Westen, met als leidende principes: individuele autonomie, niet gebonden door opgelegde of traditionele bindingen, en een rationalisme dat die autonomie moet dienen, niet afremmen. De staat is dan – in theorie – een neutraal kader waarin de individuen zich moeten kunnen uitleven.
Dat liberalisme is zich in deze eeuw drastisch gaan radicaliseren. Het verleden werd opgeruimd, in politiek, ethiek, literatuur en kunst. Minderheden of landen die niet meeliepen werden in toenemende mate gediscrimineerd. De jacht op dissidenten was open. Rond 2020 belandde dit geradicaliseerd liberalisme op een eindpunt. Het was vergroeid tot een obsessieve ideologie die de structuren van een geordende samenleving systematisch wil afbreken. Klassieke liberalen keken met afschuw naar wat er van hun politieke filosofie geworden was.
Tot zover de context waarin het nationaal conservatisme is ontstaan. Hun boodschap bekijk ik aan de hand van hun Mission Statement en de thema’s van de conferentiepanels.
Herstel van de soevereine staat
Slechts een soevereine natie kan volgens de NatCons het herstel mogelijk maken van de publieke deugden die essentieel zijn voor onze beschaving: vaderlandsliefde, eer, loyaliteit, religie en wijsheid, familie, het Heilige, rede en gerechtigheid. De boodschap van de NatCons is dan ook: geef de naties hun bevoegdheid terug. Dat onderstreepte onder meer Viktor Orban.
Deze visie staat haaks op de Europese integratie, of althans wat ervan geworden is. De naoorlogse vaders van Europa hadden drie nobele doelstellingen: verzoening, herstel van het mensbeeld en herstel van de christelijke basis van onze beschaving. De werkwijze zou de integratie zijn. Dat nobel project is echter uitgegroeid tot een technocratische gigant, doordrongen met een geest van liberalisme en een dynamiek van globalisering. Waarbij de natiestaat wordt geminacht als een overblijfsel uit donkere tijden.
De erosie van de nationale soevereiniteit is bijzonder duidelijk in het radicalisme van rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Suella Braverman, voormalig Brits binnenlandminister, betoogde dat dit Hof radicale oordelen velt, met beleidsconsequenties die bij nationale stemmingen nooit tot stand zouden komen.
Ikzelf ben van oordeel dat de NatCons de adel van de Europese gedachte ten onrechte miskennen. Maar zij hebben overschot van gelijk dat dit nobel project is scheef gegroeid tot een elitaire machtsstructuur die de wil van de Europese burger omzeilt of negeert. Het klassiek voorbeeld is wat gebeurde met de Europese Grondwet in 2005. Fransen en Nederlanders verwierpen die Grondwet. Die dook dan opnieuw op als Verdrag van Lissabon, dat de Ieren dan weer afwezen, tot die uiteindelijk bijdraaiden.
Die elitaire machtsstructuur is bovendien doordrongen van een liberalisme, dat zichzelf identificeert met de rechtstaat. De “Europese waarden” van deze elite zijn niet meer die van de stichtingvaders, maar zijn: moreel relativisme, seksuele experimenten, het herdefiniëren van huwelijk en gezin, modetrends als mensenrechten, de natuur van de mens als manipuleerbare eigendom. En wie deze “Europese waarden” niet deelt, is achterlijk, of zelfs gevaarlijk.
God en Religie
Het besef van het Transcendente en eerbied voor de morele orde zijn fundamentele principes voor elke conservatief. Dat geldt ook voor de nationale conservatieven. Ook ditmaal bouwde de conferentie bezinningsmomenten in. Van Father Kiely, zowat aalmoezenier van NatCon, onthoud ik deze keer: “God is een God van erbarmen, maar ook een God van gerechtigheid”.
Wijze woorden kwamen ook van kardinaal Gerhard Müller, voormalig hoofd van de Congregatie Geloofsleer, over de eenheid van Geloof en Rede. Voor de NatCons kan geen natie standhouden zonder een authentieke religieuze traditie. Voor hen geldt de Bijbel als de voornaamste bron van onze beschaving. Die zou op scholen en universiteiten opnieuw gelezen moeten worden, door gelovigen én niet-gelovigen. Waar een christelijke meerderheid bestaat, zou het openbare leven geworteld moeten zijn in het christendom en zijn morele visie. Tegelijkertijd moeten Joden en andere religieuze minderheden worden beschermd in de naleving van hun eigen tradities, in het bestuur van hun eigen instellingen en scholen.
Het is paradoxaal dat de kerkleiders in Europa de neus ophalen voor de nationale conservatieven. Onlangs nog gaven ze een verklaring uit: ja, de EU is niet perfect en gaat vaak tegen Christelijke waarden in, maar stem toch maar niet voor populisten en conservatieven. Wat deze kerkleiders niet willen zien is dat het geloof enkel nog verdedigd wordt door partijen die het herstel van de nationale soevereiniteit bepleiten en die het christendom waarderen als fundament van onze beschaving. Het is bitter om aan te zien dat die kerkleiders achter de tijdgeest aanlopen en de wolven bij hun schapen zetten, in ruil voor respectabiliteit bij de elites.
Gezin en Familie
Nationale conservatieven hechten het grootste belang aan het traditionele gezin. Het gezin van een man en een vrouw en hun kinderen zien zij als het ander fundament van onze beschaving.
De conferentie beschreef het uiteenvallen van het gezin en de dramatische teruggang van huwelijken en geboorten als een ernstige bedreiging voor de democratische naties. Die teloorgang wordt in de hand gewerkt door een ongebreideld individualisme dat kinderen als een last beschouwt en tegelijkertijd steeds radicalere vormen van seksuele vrijheid en experimenten aanmoedigt. Een stabiel gezinsleven en de opvoeding van kinderen zijn prioriteiten van de hoogste orde. Paul Coleman, ADF-chef, stelde vast: “onze regerende elites verwerpen het idee dat het gezin een fundamentele eenheid van de samenleving uitmaakt. Daarom is er weinig animo voor wetgeving en beleid die bloeiende gezinnen ondersteunen”.
Verder zien de NatCons in de ongecontroleerde massale toestroom van migranten een directe bedreiging voor de zwaksten onder de eigen burgers, als een bedreiging voor de sociale draagkracht van de Westerse samenlevingen en voor hun cohesie zelf. Hans-Georg Maassen, voormalig voorzitter van het Bundesamt für Verfassungsschutz, de Duitse binnenlandse veiligheidsdienst, formuleert het zo: “Migratie is een ideologisch project geworden”.
Conclusie
De begrippen conservatief en nationaal beantwoorden aan twee grondbehoeften van de mens: het hebben van een thuis, en doorgeven wat we erfden. Toch blijkt een rationeel gesprek over nationaal conservatisme bijzonder moeilijk. Conservatief heeft voor velen een pejoratieve bijklank, en de term nationalisme blijft geladen omwille van de geschiedenis. Daarnaast eist de liberale democratie het monopolie voor zich op als enig acceptabele staatsvorm, ook al zijn er beschaafde alternatieven, zoals christendemocratie, sociaaldemocratie of conservatisme. En tenslotte blijft de Europese integratie, met steeds nieuwe overdrachten van soevereiniteit, beschouwd worden al het enig aanvaardbare regeringsbeleid. Die integratie bracht echter een mega-mechanisme en een liberalistische elite in het leven, die beslissingen neemt welke de burger in eigen land nooit zou aanvaarden, en die experimenteert in ethische ontsporingen en waanzinnige projecten.
NatCons zijn geen extremisten en geen antidemocraten, hoewel media en politiek ze zo voorstelt. Zij reiken een politiek alternatief aan voor het dominant liberalisme en globalisme. Zij willen de burger zijn eigen staat teruggeven, zodat hij kan meebeslissen over het beleid, over de grenzen, over de manier waarop zijn geld wordt aangewend. Wat is daar verkeerd aan? En nationaal conservatieven bieden nog iets meer: zij geven opnieuw voorrang aan de Grote Dingen: familie, de eigen natie, en God.
Mark Geleyn
0 Comments