Meritocratie: de citadel van het talent (Frans Crols)

by | apr 30, 2024 | Opinie, Vrije Tribune | 0 comments


Frans Crols is een Belgische journalist en redacteur. Hij is voormalig hoofdredacteur van het magazine Trends.

Alle eeuwen, tot de laatste twee, waren het speelveld van de elite. Knap of niet, moedig of niet, gezond of niet, je was zoon van de koning, van de adel, van de kerkvorst en dus door geboorte machtig en vooraanstaand. Die stolling smolt in de Verlichting. Wie verstandig was, kennis verwierf, proeven aflegde, dag en nacht vlijtig bleef, wandelde naar de citadel van het talent. Hij werd vanaf 1970 bestreden door nieuwlichters, door apostelen van het nieuwste denken over rassen. Blanke senioren werden de vijand, foppen de spelregels, en zowel zij als de meritocratie moeten nu omver worden geworpen.

Ik behoor tot de tienduizenden mensen van de jaren zestig die een vader – moeders bleven aan de haard – had die arbeider of bediende was, met een inkomen dat zijn zoon (dochters werden zelden geloot) toeliet om de universiteit aan te vatten met een staatsbeurs. Ik was de eerste van de familie die hoger mocht mikken dan het toen reeds een halve generatie begeerde regentaat. Dat regentaat was een eerste stap naar een hogere trede op de maatschappelijke ladder. Leuven, Gent en Brussel  (Antwerpen had jezuïetenlicenties en rijkslicenties, slechts later verbonden tot de Universiteit Antwerpen) maakten de omslag van bourgeoiszonen die konden zingen, zuipen en studeren naar zonen van de lagere klasse die de eerste twee talenten minder in het lijf hadden. Voor het derde talent martelden zij zich, want zonder goede cijfers vielen de beurs en de hogere toekomst weg.

Schoppen

De nieuwlichters van de Franse en de Amerikaanse revoluties waren de meritocraten: deze frisse maatschappelijke bovenlaag groeide intellectueel en financieel door aanleg en inspanning, en was geen nageboorte van familiaal of klasse-favoritisme. De band van het bloed werd geslaakt ten voordele van de band van de hersenen. Eerdere uitzonderingen waren de staatstheorie van Plato, de ambtenaren van het keizerlijke China en de diepten van de joodse cultuur. De Franse Verklaring van de Rechten van de Mens (1789) verklaarde dat “alle burgers gelijk zijn voor de wet en evenwaardig voor alle openbare ambten, posities en taken, in overeenstemming met hun talent, en zonder enig ander onderscheid dan hun deugd en kunde.”

Tegen de democratie wordt geschopt, tegen de vrije markt wordt geschopt, tegen het huwelijk wordt geschopt. Vooralsnog, alhoewel, blijft de meritocratie recht. Wat een cesuur is met duizenden jaren geschiedenis en traditie. In de spits van de kritiek strijden Michael Sandel (Harvard) met “Tyranny of Merit” (2020) en Daniel Markovits (Yale) met “Meritocracy Trap” (2019). Beiden zijn ‘bizar’, onder meer omwille van hun joodse wortels, en joodse mensen staan ver door hun cultuur die “lernen” en wijzer worden, door puur meritocratische opgang dus, verafgood.

De Amerikaanse activist, journalist en schrijver Malcolm Harris verzet zich van kindsbeen af tegen systemen. In 2017 publiceerde hij een geprezen debuut “Kids These Days: Human Capital and the Making of Millenials”, een analyse van zijn meritocratische generatie, met weerhaken. Een portret van het echte centrum van de VS, niet Washington of Wall Street, wel Silicon Valley en de universiteit van Standford, waar bollebozen (meritocraten, geen favorieten van rijke ouders) de wereld veranderen. Dichter bij huis startte de econoom Ivan Van de Cloot, na jaren dé intellectueel te zijn geweest van denktank Itinera, met Merito, een (Vlaamser) eigen studiehuis.

Sociale revolutie

Het woord meritocratie is de afspiegeling van een sociale revolutie en werd gesmeed in 1958 door de Britse socioloog Michael Young. Wat zijn de kenmerken van een meritocratische samenleving? Kenners noemen er vier: ten eerste, dit type samenleving is verguld met de wijze waarop mensen op basis van hun natuurlijke talent vooruit geraken; ten tweede, zij zorgt voor goed onderwijs, ook voor de massa; ten derde, zij verbant achteruitstelling gegrondvest op ras, sekse en geloof; ten vierde, zij opent taken, beroepen en groeipaden op basis van wedijver eerder dan door patronage, sponsoring en vriendjespolitiek (nepotisme).

Een vijfde, Vlaams-Belgisch, en apart kenmerk van ons land, is dat de structurele en psychologische achteruitstelling van de meerderheid van de Belgen, de Vlamingen, door de meritocratische ommekeer van de jaren zestig is omgeslagen naar een Vlaams burgerschap en een Vlaams ondernemerschap dat decennium na decennium de nationale touwtjes sterker in handen neemt. Twee voorbeelden uit de ondernemingswereld: Fernand Huts is een zoon van de volksbuurt Seefhoek in Antwerpen en Marc Coucke is evenmin de zoon van een holdingmagnaat. De eerste bouwde van achter paard en kar op de kaaien een wereldbedrijf op. De tweede hoeft niet onder te doen en maakt, bijna stoemelings als dure grap, van Durbuy een mini-Knokke. Voorbeelden uit de sportwereld zijn legio. In de volkssporten voetbal en wielrennen bloeien de euro-miljonairs. Louter om wat zij presteren, niet omwille van papa’s en mama’s centen, prestige of spieren.

Ambtenarij

De meritocratie won in de ambtenarij (jarenlang verzwakt door partijgedoe in België),  overtuigde in het Verenigd Koninkrijk met zijn “civil servants”, en in Nederland met zijn gebolsterde deskundigen. In de privé-sector is de intellectuele kroost van James McKinsey, stichter van de gelijknamige consultancy, en de ruggengraat van zakenbanken als Goldman Sachs, zuiver meritocratisch. Het halve staatsbedrijf Bpost is er slecht aan toe, maar heeft één steun, deze van chefs en kaderleden met een meritocratische achtergrond. Een achtergrond die hen van thuis uit heeft geleerd dat werken en klimmen samenvalt met zwoegen en, soms, zwijgen als vermoord.

Buiten de grenzen is het niet anders: de Russische oligarchen van de jaren zeventig haalden diploma’s in de wiskunde, natuurkunde of geldzaken voor zij concerns in de grondstoffen kaapten. Veel grote Amerikaanse fortuinen zijn tot vandaag in de handen van bollebozen met een lage tot bescheiden achtergrond zoals Jeff Bezos (Amazon), de rijkste man ter wereld, Bill Gates (Microsoft) en Mark Zuckerberg (Facebook). In raster achter deze vooraanstaanden, groeiden de pogingen om het talent te meten door statistieken en een waaier van psychologische proeven, samenvloeiend in de IQ-testen.

Kritische rassentheorie

De meritocratie kwam, zag en overwon? Neen. De terugslag in het westen is reeds begonnen. Deze terugslag vindt ondermeer voeding in de nieuwste rassentheorie van de jaren zestig. De “kritische” variant, voluit de “critical race theory”, poneert dat de westerse samenleving structureel racistisch is en voedt Black Lives Matter en haar uitzaaiingen in Europa, België en Vlaanderen. Het beeld van de voorhoede en de navolgers van de hedendaagse rassenleer is dat het westen het territorium is van witte senioren die andere kleuren en achtergronden verbannen van het meritocratische levenspad.

De filosofen van de kritische rassentheorie verwerpen de meritocratie. Zij zien haar als een wijze om sociale ongelijkheid als natuurlijk voor te stellen, en in het uiterste geval zelfs als een verderzetting van de eugenetica: de rassenverbetering met geneeskundige experimenten, wetenschappelijk bevruchtingen en uitdunning, tot en met uitroeiing. De bouwblokken van de meritocratie, namelijk dat mensen verdienen beoordeeld te worden als individu en niet als lid van een etnische groep, worden verworpen door deze stroming die het Europese discours binnensijpelt. De meritocratie, die stelt dat het mogelijk is om een kleurenblinde inschatting te maken van iemands talent; dat men de kans heeft om onder de last van de geschiedenis onderuit te raken en te ontluiken, open te bloeien. De “critical race theory” als tegenstem van de meritocratie ziet overal de gevolgen van de slavernij, van het kolonialisme, van de raciale identiteit.

Ligt de privilegie volledig in het verleden? Neen. Ondanks de meritocratische revolutie, met een belangwekkende opstoot na de Tweede Wereldoorlog (de welvaartsstaat, de overheidsbeurzen voor kinderen van de lagere inkomens, de Ecole Nationale d’Administration (ENA) in Frankrijk,…), leven mensen van kleur nog vaak in de marge en, ergerlijker, is de huidige waarde van de jonge en de oude burgers een cijfer, een score, een technisch snufje.

Moraliteit, wijsheid en geleidelijkheid

De meritocratische elites van gisteren zijn er in geslaagd om hun nageslacht in een betere uitgangspositie te lanceren. Door goede plaatsen af te dwingen via ons-kent-ons in het hoger onderwijs, door elite-studentenclubs à la Reuzegom te vertroetelen en dat te verhullen door sporadisch een atypisch lid te verwelkomen. De populistische opstand van gele hesjes, Trumpisten, verslaafden aan internetforums met hun gedaas en dito leugens, wortelt in de werkelijkheid.

De wereld blijft voor links en rechts verdeeld, onrechtvaardig en fout. Aan de twee zijden groeit de kritiek op de meritocratie,. Is de oplossing Donald Trump en consorten? Een retour naar favoritisme, anti-intellectualisme, patronage (denk aan de rol van Trumps dochter en schoonzoon)? Neen. De meritocratie heeft een blijvende rol, echter dient zij verzacht en gevoed te worden door moraliteit, wijsheid en geleidelijkheid.

Dit zal niet lukken zonder belangrijke investeringen in betere lagere, middelbare, hogere scholen en universiteiten. Weg dus met het lege gezwetst, zonder inzet van de leiding en de inrichtende machten, over inclusie. Zoiets wordt juist zachter en menselijker door de herontdekking van het adellijke motto: noblesse oblige. Ja, adel verplicht, wat ook geldt voor de adel van de citadel van het talent.


Related Posts

0 Comments