Dr. Bart Jan Spruyt over Geert Wilders, populisme en conservatief activisme

by | jan 15, 2025 | Interview | 0 comments

Dr. Bart Jan Spruyt is een Nederlandse historicus, publicist en docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie (Vrije Universiteit, Amsterdam). Hij is een prominente conservatieve stem in het Nederlandse publieke debat, met columns in het Reformatorisch Dagblad, Nederlands Dagblad en Wynia’s Week. Bart Jan Spruyt schreef onder meer Lof van het conservatisme, De toekomst van de stad en Sociale nood en christelijk geloof.

Het Custodes Instituut sprak met dr. Spruyt over Geert Wilders, populisme en conservatief activisme

Wat betekent het conservatisme voor u?

Bert Jan Spruyt: ‘Conservatisme is de ideologische custos, de schatbewaarder, van de waarden en normen die essentieel zijn voor de instandhouding van een democratische samenleving. Cruciaal daarbij is de transcendente notie dat we niet leven om iedere dag het maximale genot uit het leven te halen, maar dat we in de eerste plaats schakels zijn in een keten waarbij we een traditie aan wijsheid en ervaring hebben geërfd. Een traditie die we ons eigen moeten maken en weer moeten doorgeven.’

‘Een conservatief is zich ook bewust van de kwetsbaarheid van het sociale weefsel en polariseert niet graag. Hij gehoorzaamt wetten vanuit een innerlijk fatsoen, en ziet vrijheid niet als een absoluut recht maar als de ruimte die we willen hebben om de dingen te doen die we behoren te doen. Gelijkheid heeft haar plaats in de notie dat we allemaal gelijk zijn voor de wet, maar mag niet leiden tot het afschaffen van iedere vorm van hiërarchie. Deze conservatieve waarden heeft een democratische samenleving nodig om gezond te blijven.’

Volgens sommigen is in Nederland de meest rechtse coalitie ooit aan de macht. Kunnen we zeggen dat het conservatisme momenteel hoogtijdagen viert in Nederland?

‘Dat hangt ervan af hoe je conservatisme definieert. De geschiedenis leert dat na een periode waarin conservatieve waarden en deugden worden verwaarloosd, verval intreedt en een fase van ochlocratie aanbreekt. Dan is het niet meer de goed opgevoede demos die over zichzelf regeert, maar krijgen we een samenleving van massamensen die als hedonistische individuen verdoold langs elkaar heen leven.’

‘Als je eenmaal in dat scenario beland bent, zijn er twee mogelijkheden. Of je eindigt in chaos en anarchie, of je komt nog enigszins tot inkeer. Het populisme dat we in Nederland zien is een reactie op een periode van verval. Die populistische reactie is niet de oplossing voor dat verval, maar wel een stap in de goede richting.’

Is dat het sentiment dat de verkiezingsuitslag in Nederland verklaart?

‘Ik denk het wel. We hebben te maken gehad met een politieke elite die de werkelijke noden en gerechtvaardigde verlangens van de bevolking op het gebied van migratie, wonen en bestaanszekerheid stelselmatig heeft genegeerd. En in plaats van de zorgen van een groot deel van de bevolking serieus te nemen, heeft deze elite de mensen als domme kleuters toegesproken en al hun verlangens herleidt tot racistische onderbuikgevoelens of extreemrechtse “wappietaal”.’

‘Martin Sommer heeft dat onlangs mooi uitgelegd in zijn boek De nieuwe standenstaat. Als je blijft zeggen dat iemand dom is of niet deugt, dan steekt diegene op een gegeven moment zijn middelvinger op. En dat is in Nederland bij de verkiezingen in november 2023 gebeurd.’

Geert Wilders en de PVV worden soms als conservatief gezien, maar u bestempelde de PVV ooit als ‘paniekconservatieven’, oftewel populisten. Waarom?

‘Een van de kenmerken van populisme is een sterke man die zegt de problemen die zijn ontstaan doordat conservatieve waarden te lang zijn verwaarloosd op te lossen, ongeacht wat er in de Grondwet of in internationale verdragen staat. Dat zie je terug bij Geert Wilders.’

‘Wilders heeft het vaak over de joods-christelijke traditie, die hij wil beschermen tegen migratie. Maar met die joods-christelijke traditie bedoelt hij eigenlijk het revolutiejaar 1968, oftewel de liberale, libertaire vrijheid. Dan heb je nog niet eens voor de helft begrepen waar het om gaat. Je kunt als conservatief allerlei concrete standpunten van de PVV, over migratie of over bestaanszekerheid, toejuichen. Maar het is geen partij die zich het conservatieve gedachtegoed heeft eigengemaakt.’

Is dat populisme van Geert Wilders een probleem?

‘Niet per se. Iedere nieuwe politieke beweging begint populistisch, omdat je moet aantonen dat je nodig bent. Dat is pas het geval als de bestaande politieke partijen een significant deel van de bevolking over het hoofd zien. De eerste partij in Nederland, de Anti-Revolutionaire Partij van Abraham Kuyper, begon met een volkspetitie waaruit bleek dat een groot deel van de Nederlandse bevolking bepaalde liberale wetten niet wilde. Ook Wilders heeft zo een kloof tussen het parlement en de bevolking blootgelegd.’

‘Idealiter zou je willen zien dat een nieuwe partij zich ook ideologisch definieert nadat het de steun van een groot deel van de bevolking heeft gekregen. Dat betekent niet dat het politieke handwerk zich zou moeten verliezen in abstracte en ijle preekjes, maar wel dat een partij een consistent politiek-filosofisch verhaal heeft met een duidelijke visie op mens, maatschappij en politiek. Dat verhaal is binnen de PVV niet geschreven. Het denken is binnen de PVV eigenlijk in 2006 gestopt, en richt zich alleen maar op migratie, islam en bezuinigingen op ontwikkelingshulp en cultuur.’

Dat is ook de periode waarin u betrokken was bij de PVV. U had toen goede hoop dat de PVV een conservatieve volkspartij kon worden. Waar liep het mis?

‘Er zijn in de jaren dat ik betrokken was, tussen 2004 en 2006, pogingen gedaan om de populistische onvrede te kanaliseren in een conservatieve volkspartij met Geert Wilders als leider. Er was aanvankelijk ook goede hoop dat hij het conservatisme begreep en daarvoor wilde gaan. Toen het moment van de waarheid kwam in 2006, vlak voor de verkiezingen in het najaar van dat jaar, heeft hij de in ontwikkeling zijnde agenda echter enorm versmald door zijn nieuwe partij te presenteren als een anti-islampartij en verder niets.’

‘De PVV mist daardoor, tot op de dag van vandaag, een visie op belangrijke beleidsthema’s. Bovendien ontbreekt er binnen de partij een goede analyse van de tijd waarin we verkeren en hoe we vanuit conservatief oogpunt kunnen bijdragen aan oplossingen. Wilders dacht dus puur met de anti-islamkaart zetels te halen én heeft daar gelijk in gehad. Maar de PVV is daardoor geen conservatieve partij.’

Na de Jodenjacht in Amsterdam in de nacht van 7 op 8 november kwam er een discussie op gang over het Nederlandse integratiebeleid. Om antisemitisme en andere vormen van haat, discriminatie en geweld tegen te gaan, kijkt de Tweede Kamer naar toezicht op weekendscholen, waaronder salafistische Koranscholen. Is dat een goed idee?

‘Je hebt de privésfeer, de sociale sfeer en de politieke sfeer. Wat mensen privé doen staat hen vrij. In het sociale domein hebben we het recht op vereniging, de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geloof, enzovoort. De grens van wat je als overheid op dat gebied kan tolereren ligt bij het oproepen tot bedreiging en geweld. Wat verder in het sociale domein gebeurt, gaat de overheid helemaal niets aan.’

‘Als er signalen zijn dat er op Koranscholen salafistisch gedachtegoed wordt gepropageerd, waarbij de islamitische afkeer van de liberaal-democratische samenleving wordt gepropageerd, dan kan ik me voorstellen dat je daar vanuit het strafrecht grenzen aan wilt stellen. Maar als dat betekent, vanuit de idee van de gelijkheid, dat we dan ook Joodse weekendscholen of zondagsscholen – de braafste instituties van het land – gaan monitoren om te kijken wat daar wordt verteld over de schepping, man en vrouw of seksualiteit, dan overschrijdt de overheid een grens die zij niet mag overschrijden.’

‘Het is dan ook een misvatting dat de onderwijsinspectie het recht zou hebben om te inspecteren of er niets op weekendscholen wordt gezegd dat in strijd is met het discriminatieverbod, vastgelegd in Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet. De Grondwet dient om burgers te beschermen tegen discriminatie vanuit de overheid. Maar als burgers mogen we discrimineren hoe we willen. Dat is een sociaal recht en is belangrijk om te handhaven.’

U was tussen 2002 en 2006 directeur van de Edmund Burke Stichting, een Nederlandse conservatieve denktank. Hoe kijkt u naar het ecosysteem van conservatieve denktanks in Europa?

‘Zo’n ecoysteem is er belangrijk. Er zijn allerhande conservatieve denktanks, die ook onderling contact hebben en elkaar ontmoeten. Vooral in Hongarije heb je momenteel een aantal van zulke instituten. Het conservatisme als politieke filosofie heeft mijn hart, dus juich ik al het werk dat in die denktanks gebeurt enorm toe.’

‘Toch mag het niet blijven bij rake analyses over hoe het gesteld is met de post-christelijke en postmoderne Europese samenleving. Vanuit al die conservatieve denktanks moet er niet alleen op hoog intellectueel niveau worden nagedacht over de culturele toestand waarin Europa zich bevindt, maar moeten er ook pogingen worden ondernomen om handen en voeten te geven aan oplossingingen daarvan. De analyses kennen we al. Het is tijd voor meer activisme.’

Hoe ziet u dat activisme?

‘We hebben en hadden grote geesten in ons midden, zoals Roger Scruton, die mooie boeken hebben geschreven. Maar we moeten de vertaalslag maken om die verzamelde wijheid om te smelten in pamfletachtige publicaties waarmee je de politiek kunt beïnvloeden en nieuwe bewustwording onder de bevolking kunt tewerkstelligen. Daarbij moeten we formuleren hoe we een uitweg kunnen vinden uit de impasse waar we ons in bevinden.’

Hoe ziet u de toekomst van het conservatisme in Europa?

‘Het is nog allemaal kwetsbaar en pril, maar het lijkt erop dat 2024 een soort wending was in het Nederlandse migratiedebat. Zelfs de leider van GroenLinks-Partij van de Arbeid, Frans Timmermans, heeft gezegd dat er wat hem betreft over migratiebeperkende maatregelen te praten valt. Vooruit, je moet de zon in het water willen doen schijnen: het is een beginnetje! Die rechtse wending in Nederland zullen we volgend jaar waarschijnlijk ook zien in Duitsland. Dat zou een zeer nuttige correctie zijn op het sociaal-liberalisme van na die Wende.’

Naast de PVV heb je in het Nederlanse politieke landschap ook partijen als JA21, Nieuw Sociaal Contract, de BoerBurgerBeweging en de Staatkundig Gereformeerde Partij die allen conservatieve elementen bevatten. Waarom lukt het toch niet om een conservatieve volkspartij van de grond te krijgen in Nederland?

‘Omdat conservatisme dieper gaat dan rechts. Deze partijen zien wel een deel van de conservatieve oplossingen, maar staan ook voor dingen die er dwars tegen in gaan. Je zou al die partijen een keer op een zomerschool bijeen willen roepen, ze het goede verhaal vertellen, en ze daarna een handtekening willen laten zetten.’

‘Daarbij is een van de essentiële kenmerken van het conservatisme het inzicht dat je de problemen in de samenleving, die van culturele en morele aard zijn, niet zo maar met politieke middelen oplost. Je kunt hoogstens met politieke middelen de voorwaarden creëren om de oplossing van deze problemen dichterbij te brengen, maar het komt uiteindelijk op onszelf aan. Pas als je een wending krijgt in de normen en waarden van de bevolking, is er het culturele kapitaal om de samenleving bij te sturen. De politiek sluit zich uiteindelijk toch altijd aan op maatschappelijke ontwikkelingen.’

Dus die strijd van de conservatieven moet vooral buiten de politieke arena worden uitgevochten?

‘Ja, daarbij zijn denktanks en maatschappelijke organisaties minstens zo essentieel als politieke partijen. En buiten de politieke arena zien we ook een omwenteling. Het is bijvoorbeeld opmerkelijk om te zien hoe snel de vanzelfsprekendheid van de LHBTI-agenda ter discussie is komen te staan. Dat doet me denken aan de uitspraak van Horatius: ‘Verjaag de natuur met een hooivork, maar ze komt toch altijd weer terug.’

‘De uitdaging is om dit breedgedragen gevoel van gezond verstand op te vangen in een conservatief kader, dat vervolgens gealfabetiseerd en uitgedragen moet worden. Het mag niet in de kleine wereld van de congressen van denktanks opgesloten blijven, maar moet via publicaties en pamfletten naar buiten treden om de blijde boodschap van het conservatisme voor iedereen toegankelijk te maken. Als het gezonde verstand van de bevolking en de wijsheid van een conservatieve intellectuele elite samenkomen, kan dat een mooi huwelijk worden.’

Related Posts

0 Comments